Inventariseren
Het inventariseren ofwel tellen van steenuilen is een bijzonder leuke activiteit. Het doel is om roepende mannetjes (territoriumroep) in kaart te brengen. Elk roepend mannetje vertegenwoordigt een territorium of broedpaar. Je kunt wachten tot de uilen spontaan gaan roepen. Makkelijker is het om ze uit de tent te lokken door op potentieel geschikte plekken in het telgebied (erven) zelf het geluid van roepende steenuilen ten gehore te brengen. Aanvankelijk maakten we hiervoor gebruik van een cassetterecorder – we spreken over de tweede helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Al spoedig bleek echter dat we door het geluid zelf na te fluiten net zulke goede resultaten boekten als met de recorder. En een stuk praktischer, want dat scheelde een hoop gesjouw en gedoe met het telkens weer terugspoelen als het cassettebandje was afgespeeld.
Het tellen vindt plaats in het vroege voorjaar, van half februari tot in april, na het invallen van de duisternis. In die tijd van het jaar en op dat moment van de dag is de roepactiviteit van de steenuilen het grootst. We zouden een heel boek vol anekdotes kunnen wijden aan de belevenissen en ‘ontberingen’ tijdens het steenuilentellen. Verkeerslawaai, brommende melkmachines, langdurig blaffende honden en luid baltsende kievieten zijn storende geluiden die het de waarnemer soms niet makkelijk maken. En als je daar op een stille, aardedonkere landweg staat en er springt uit het niets ineens een levensgrote herdershond tegen je op, dan slaat je hart wel een slag over. Gelukkig blijken de honden over het algemeen geen kwade bedoelingen te hebben. Dat geldt ook voor veel buitengebiedbewoners die argwanend die vreemde, fluitende kerels gadeslaan. Vaak word je aangesproken met de vraag wat dat te betekenen heeft. Een korte uitleg is dan meestal voldoende om het vertrouwen te winnen en het levert vaak ook nog interessante informatie op als men steenuilen weet te zitten in de omgeving. Het aantal malen dat men de politie waarschuwde is gelukkig beperkt gebleven!