Meten en wegen
zaterdag 09 juni
Regelmatig wordt ons gevraagd waarom we toch al die uilen meten en wegen. Een begrijpelijke vraag, wat willen we er eigenlijk mee?
Het is de combinatie waar het om draait. Alleen wegen, of alleen meten levert niet zoveel informatie op, maar de combinatie juist heel veel.
Door de vleugel te meten kunnen we de leeftijd vaststellen. Aan de hand van de leeftijd (en de legselgrootte) kunnen we de legselstart berekenen en vergelijken met andere jaren en andere regio's. Wijken we af, of lopen we in de pas. En als we afwijken, waar ligt dat dan aan? En is er een invloed van het klimaat?
Door te wegen weten we hoe zwaar ze zijn en in de combinatie met het gewicht vertelt het ons iets over de conditie. De conditie is een belangrijk gegeven; het zegt ons iets over het leefgebied en de voedselsituatie.
Legselstart en conditie zijn naast legselgrootte, nestsucces en aantal uitgevlogen jongen belangrijke broedbiologische parameters. Aan de hand van deze parameters kunnen we monitoren of de populatie zich op een gezonde manier ontwikkelt. Om een betrouwbaar beeld te krijgen moeten we elk jaar een vergelijkbaar aantal nesten volgen (zo rond de 50), het meten en wegen op een consequente manier uitvoeren en zo veel mogelijk jaren achtereen.
Al deze gegevens worden genoteerd in het veldboek waarin iedere nestplek zijn eigen bladzijde heeft. Ieder jaar heeft zijn eigen veldboek. De stapel telt inmiddels 27 boeken.