steenuilen
Een heerlijk zonnige, windstille lentedag in maart. Je maakt een fietstochtje door het buitengebied en ziet tot je verrassing pontificaal op de nok van dat ene oude schuurtje waar je al talloze malen langs bent gereden, een vogel zitten. Nieuwsgierig geworden stap je af, en kijkt eens goed. Het is een uiltje! Hij kijkt je recht aan met fel gele ogen en een indringende blik. Een waarneming die je niet gauw vergeet.
Zo zal voor menigeen de eerste kennismaking met een steenuil zijn verlopen. Voor ons was dat niet anders. Veel mensen zijn verrast dat een uil zich zo goed overdag laat zien, in de volle voorjaarszon en dan zo onbeschut op het dak van een schuurtje. Uilen zijn toch uitsluitend 's nachts actief en leven in het bos?, is een veelgehoorde opmerking.
Maar niet de steenuil. Eigenlijk is de steenuil best een vreemde snuiter onder de uilen. Als cultuurvolger bij uitstek bewoont hij in onze contreien van oudsher het boerenland, vrijwel altijd in de nabijheid van mensen. En omdat het van oorsprong een zuidelijke soort is, die zijn wortels heeft in streken rond de Middellandse Zee, is het ook een echte warmteaanbidder die maar al te graag een uiltje knapt in de zon en dat vaak op een opvallende plek.
Dat maakt voor velen de steenuil zo'n geliefde vogel. Aan de ene kant mysterieus (een uil!) maar aan de andere kant toch ook zo dichtbij en benaderbaar. En niet alleen voor de gelukkigen die een paartje steenuilen op het erf hebben, maar ook voor de fietser die graag een rondje maakt buiten het dorp.